<< Terug <<
LA PREMIÈRE NUIT
Voici venir le soir doux au vieillard lubrique.
Mon chat Mürr, accroupi comme un sphinx héraldique,
Contemple inquiet de sa prunelle fantastique
Monter à l’horizon la lune chlorotique.
C’est l’heure où l’enfant prie, oú Paris-Lupanar
Jette sur le pave de chaque boulevard
Les filles aux seins froids qui sous le gaz blafard
Vaguent flairant de l’oeil un mâle de hasard.
Moi, près de mon chat Mürr, je rêve à ma fenêtre,
Je songe aux enfants qui partout viennent de naître,
Je songe à tous les mort enterrés d’aujourd’hui.
Et je me figure être au fond du cimetière
Et me mets à la place en entrant dans leur bière
De ceux qui vont passer là leur première nuit.
Jules Laforgue
Naissance 1860 16 août (Uruguy)
Mort 1887 20 août (Paris)
*Poème posthume
DE EERSTE NACHT
Hier komt de nacht voor oude geile mannen zacht.
Mijn kater Mürr, ineengerold als sfinx bij nacht
Beschouwt, onrustig in zijn schitterende vacht,
De horizon, daar waar de bleke maan hem wacht
Het uur van ’t biddend kind, waarop Paris-Lupanar
Een vuurtje stookt op steen van elke boulevard
De schaars geklede meisjes, zij vermoeden daar
En nemen snelle blikken van de mannen waar.
Ik droom, vlak bij mijn kater Mürr, bij ’t raamkozijn
Ik denk aan kinderen die net ter wereld komen,
Aan alle doden die vandaag begraven zijn.
Ik zie mij als ik achter op het kerkhof wacht
Dan stap ik bij het graf naar binnen in mijn dromen
Van hen die daar verblijven voor hun eerste nacht.
Vertaling :
Joke Berensen
juni 2009